Etiologie
Verminderde inname van kalium
- Overmaat insuline, bijvoorbeeld postprandiaal
- Alkalosis
- Bèta-adrenerge agonisten
- Trauma (mogelijk via adrenaline )
- Hypokaliëmische periodieke verlamming
Nierkaliumverlies Verhoogde effecten van aldosteron ( mineralocorticoïden )
- Primair hyperaldosteronisme
- Secundair hyperaldosteronisme ( uitdroging, hartfalen )
- Renovasculaire of maligne hypertensie
- Syndroom van Cushing
- Europese drop ( remt cortisol )
- Renine producerende tumor
- Congenitale afwijking van het steroïde metabolisme (bijv. Adrenogenitaal syndroom, 17 -Hydroxylase defect )
Verhoogde stroom van distale nefron
- Diuretica ( furosemide, thiaziden )
- Nefropathie zonder zout
Hypomagnesiëmie
- Niet-resorbeerbaar anion
- Carbenicilline, penicilline
Renale tubulaire acidose ( type I of II )
- Fanconi-syndroom
- Interstitiële nefritis
- Metabole alkalose ( bicarbonaturia )
Genetische aandoening van de nefron
- Bartter-syndroom
- Syndroom van Liddle
Extrarenaal kaliumverlies
- Braken, diarree, misbruik van laxeermiddelen
- Villous adenoom, Zollinger-Ellison-syndroom ( gastrinoom )
Comments are closed.